×
☰ Menu
robertdouw.nl

WEST-GERMAANS

Grote grutten!

Taal
| 27-09-2019
Twee weken geleden schreef ik over de sûpe in sûpengroattenbrij. Nu ga ik kijken naar de groatten, of in het Nederlands de gort. Die woorden blijken onderdeel te zijn van een heel web van woorden met min of meer overeenkomende betekenissen.

Eerst even een rondje West-Germaans vertalen. In het Duits noemen ze gort Graupen en in het Engels heet die gepelde gerst pearl barley. Voor gebroken gerst hebben ze echter het woord groats, dat meer op de rest lijkt. Het woord gerst lijkt ook duidelijk verwant, dus ook dat vertaal ik even: koarn, die Gerste, barley. Zie hier de reden dat ik altijd lang werk heb als ik een woord opzoek in een woordenboek: bij koarn vraag ik me gelijk af of er een links is met koren of corn (ik denk het wel) en bij barley hoor ik Sting zingen over fields of barley
Griesmeelpap
Griesmeelpap
Terug naar de gort. Gort is een nevenvorm van grut, wat volgens het EWN ‘gruis, kleine dingen; verbrijzeld graan’ betekent. Het woord grut wordt ook wel eens gebruikt om kinderen aan te duiden; die zijn immers ook klein. Ook gries als in griesmeel en gruwel als in watergruwel (een ander woord voor krentjebrij, in het Engels gruel) stammen af van het erfwoord grut. Het grappige vind ik dan wel weer dat grut in het Fries (en dan dus uitgesproken met een g als in het Engelse goal, zoals altijd als je in het Fries een g ziet staan aan het begin van een woord) groot betekent. Het EWN noemt een bron die zegt dat groot een verwant woord is, omdat het oorspronkelijk ook ‘dik’ of ‘grofkorrelig’ zou betekenen. Zo blijken woorden voor klein en groot niet alleen tegenstellingen te zijn, maar ook etymologische verwanten.

In het Nederlandse gort is ten opzichte van grut niet alleen de klinker veranderd, maar is ook nog de r verschoven. Daar is een naam voor, en na even zoeken heb ik het gevonden: metathese. Dat is een vorm van klankverschuiving, die je bijvoorbeeld ook ziet bij kerst (NE) en kryst (FK). Doorklikkend op Wikipedia leer ik dat we bij gort te maken hebben met een doublet, “een groep van twee of meer woorden in dezelfde taal met verschillende betekenissen, maar met een gemeenschappelijke etymologische oorsprong”. Dus als Donald Duck ‘Grote grutten!’ roept, gebruikt hij een doublet. Weer wat geleerd!

Het EWN herleidt gort via grut met heel veel tussenstappen en varianten onder andere tot het Frankische greot. Het OED herleidt groats via grit tot het Oudengelse greot, dat “sand, dust, earth, gravel” betekent. Het Frankisch is een verzamelnaam voor de West-Germaanse talen en Frankische dialecten die werden gesproken door de Franken, en is dus niet hetzelfde als Oudengels. Toch is het denk ik goed mogelijk dat het Frankische en Oudengelse greot hetzelfde woord is of dezelfde oorsprong heeft. Ik weet dat echter niet zeker en kan het in mijn bronnen niet vinden.

Nu lijkt het misschien alsof alle woorden die enigszins op gort lijken en iets met gruis te maken hebben aan elkaar verwant zijn, maar die vlieger gaat niet op. Het leek me heel voor de hand liggend: in het Fries is gort grôt – haal het dakje van de o en je hebt een holte in gesteente: een grot. Als er hier en daar wat van dat gesteente afbrokkelt heb je gruis, en klaar is Kees. Maar dat blijkt niet zo te zijn: grot komt via het Franse grotte en het Italiaanse grotta van het Latijnse crypta. Crypta, dat lijkt op… nee, die associatie laat ik maar even liggen…