×
☰ Menu
robertdouw.nl

WEST-GERMAANS

Lützel, luttel, lutje, lyts en little

Taal
| 20-12-2019
Vlakbij Buitenpost, tussen Leeuwarden en Groningen, ligt de buurtschap Lutkepost. Zoals bij meer plaatsen in Friesland staat de plaatsnaam ook in het Fries op het plaatsnaambord: Lytsepost. Lutke zei me niet zo veel, maar lytse kende ik wél. Opeens vielen er allemaal puzzelstukjes op hun plaats.

Van Lutkepost naar little
Voordat ik in Friesland kwam wonen, had ik al wel eens gehoord van plaatsen als Luttelgeest en Lutjebroek, maar ik had nooit echt nagedacht over de betekenis van die plaatsnamen. Toen ik Fries leerde, vond ik het opvallend dat lyts een heel ander woord is dan de Nederlandse vertaling klein, maar ik legde toen nog geen link met andere talen. Totdat we op een gegeven moment binnendoor naar Groningen reden en ik dat bord met Lutkepost / Lytsepost zag staan. Als Lutke vertaald kan worden met Lytse, betekent dat dus waarschijnlijk ook 'kleine'. Best logisch, want luttel – als in bijvoorbeeld 'luttele seconden' – betekent natuurlijk ook 'klein' of 'weinig'. En nu ik er zo over nadenk; dat luttel lijkt wel weer heel veel op het Engelse little. Wat de vraag oproept waarom we dan in het Nederlands en Duits klein gebruiken. Terwijl ik me dat afvroeg, reden we inmiddels langs Augsbuurt Lytsewâld, oftewel Augsbuurt-Lutjewoude.
Plaatsnaambord en boekfragment
Plaatsnaambord Lutkepost/Lytsepost en een fragment uit Een Groninger pastorie in de storm
Lutjepotje
Dat Lutjewoude net iets dichter bij de grens met de provincie Groningen ligt dan Lutkepost, vind ik ook een interessant gegeven. In het Fries komt de verkleinvorm '-ke' veel voor, terwijl lutje is hoe de Groningers het zeggen. Niet dat ik vloeiend Gronings spreek, integendeel zelfs, maar in het boek Een Groninger pastorie in de storm van J.A. Ader-Appels (de moeder van, wat de reden is dat ik het boek lees) komt het woord lutje ook een aantal keer voor, bijvoorbeeld in het fragment op de foto. Ook kwam ik in dat boek de term 'lutje potje' tegen. Uit het zinsverband leek mij dat iets als 'klein kindje' te betekenen, maar op Wikipedia zag ik dat 'lutjepotje' Gronings dialect is voor een babyhuisje, een "houten huisje waar jonge kinderen overdag buiten in kunnen slapen". Ik kan de zin niet terugvinden in het boek om te kijken of die betekenis in de zin past, maar misschien is een 'lutje potje' ook wel iets anders dan een 'lutjepotje'.

Luttel en lützel
Bij het schrijven van stukjes voor dit blog is het me al wel vaker opgevallen dat woorden die in het algemene Nederlands verouderd zijn of niet meer voorkomen, in regionaal taalgebruik en in het Fries nog wel voorkomen. Dat blijkt ook min of meer te gelden voor het woord luttel. Waar dat woord nu eigenlijk alleen nog in vaste verbindingen wordt gebruikt, was het oorspronkelijk zowel zelfstandig en bijvoeglijk naamwoord als bijwoord en telwoord. Het EWN meldt dat luttel in de Nieuwnederlandse periode is verouderd en vervangen door synoniemen als klein, gering, weinig en zelden. Hetzelfde zien we in het Duits. Daar is lützel na de 17e eeuw geleidelijk aan vervangen door woorden als klein, gering, wenig en selten. Ook hier lopen het Nederlands en Duits dus parallel, terwijl het Fries en Engels een andere weg gaan. Overigens laat het DWDS weten dat in het Noordduitse spraakgebied nog het Nederduitse lütt voorkomt. Het Nederduits is "de verzamelnaam voor een aantal in het noorden van Duitsland en het noorden en oosten van Nederland gesproken West-Germaanse dialecten die niet hebben deelgenomen aan de Hoogduitse klankverschuiving," aldus Wikipedia. Die klankverschuiving voltrok zich ruimschoots voor de 17e eeuw, maar kennelijk is het Nederduits ook op andere gebieden minder vatbaar geweest voor taalveranderingen dan het Hoogduits, de huidige standaardtaal van Duitsland.

Little, littler, littlest
De herkomst van luttel, lützel, lyts en little is niet helemaal duidelijk. Het EWN zegt bovendien dat er buiten het Germaans geen goed vergelijkbare woorden bestaan. Het zou zo kunnen zijn dat de woorden een overblijfsel zijn van een taal die in Noordwest-Europa werd gesproken nog voor het Indo-Europees deze kant op kwam. Daar zijn natuurlijk geen geschreven bronnen van en ook geluidsopnames kende men toen nog lang niet, dus helemaal zeker zullen we dat nooit weten. Wat we wel weten, en wat ik een leuk weetje vind, is dat het Engels naast little voorheen niet less en least kende, maar littler en littlest. Dat zijn veel voor de hand liggender vormen, vind ik. Je zou denken dat de 'onlogische' vormen in de loop der tijd verdrongen zouden worden door transparantere varianten, maar zo efficiënt ontwikkelt de taal zich dus niet altijd. Taalkunde is dan ook geen exacte wetenschap. Maar daarom des te boeiender. Nog één weetje dan: Letzenburg, dat we in het Nederlands Luxemburg noemen, betekent 'kleine stad'. Dit stond in contrast met met Mecklenburg, letterlijk ‘grote stad’. Zo'n zelfde tegenstelling hebben we ook in Nederland, waar Lutjebroek naast Grootebroek ligt.

Bronnen

De meeste bronnen zijn in de tekst aangegeven als link.

  • Afbeelding plaatsnaambord: Google Maps
  • Afbeelding boekfragment: Ader-Appels, J.A. (1990). Een Groninger pastorie in de storm. Franeker: Van Wijnen