×
☰ Menu
robertdouw.nl

WEST-GERMAANS

Arbeiden en werk doen

Taal
| 04-09-2020
De vakantie is weer voorbij, en dus zijn we weer aan het werk. Of zoals de Duitsers zeggen: an die Arbeit. Dat woord, arbeid, kennen we ook in het Nederlands, maar het wordt steeds minder gebruikelijk. Hoe zit dat? En is dat in het Engels ook zo met het woord labour?
Krijttekening van een man met een schep
Spitter, Vincent van Gogh (1885)
Verschil tussen arbeid en werk
Elke doordeweekse ochtend verlaat ik mijn huis om naar mijn werk te gaan, en na een dag werken als werknemer, ga ik weer naar huis. Ik zou nooit zeggen dat ik naar mijn arbeid ga om te arbeiden als arbeider. Die woorden horen voor mij meer bij zwoegende ambachtsmensen als smeden, turfstekers en boerenknechten. Het woord arbeider roept bij mij eerder associaties op met de opkomst van het socialisme en de Industriële Revolutie, dan met de huidige tijd. Waarom is dat? En waarom vind ik begrippen als collectieve arbeidsovereenkomst, arbeidstijdverkorting en arbeidsmarkt dan niet ouderwets klinken?

Dat er een verschil is tussen arbeid en werk, is niet nieuw. Het EWN noemt bij arbeid als oudste vindplaats de Wachtendonckse Psalmen uit de 10e eeuw, en bij werk een bron van eind 8e eeuw. Het woord werk heeft een Protogermaanse stam *werka-, die weer te herleiden is tot de Proto-Indo-Europese stam *werg-, waarbij je de ‘g’ denk ik moet uitspreken als in het Engelse go. Simpel gezegd: het woord werk gaat al eeuwen mee in een zeer herkenbare vorm. Het woord arbeid is waarschijnlijk overgenomen uit het Hoogduits, en wordt in het EWN omschreven als een “algemeen Germaans woord”, met een mogelijke verwantschap met enkele woorden buiten het Germaans. Onder arbeid verstond men eerst vooral “de pijn, de kwelling die iemand werd aangedaan, de nood waarin hij verkeerde”, zo lees ik in het EWN bij P.H. Schröder, die verder vermeldt dat het vooral aan Luther te danken is dat de tweede reeds bestaande betekenis ‘de krachtinspanning die men aanwendt om een doel te bereiken’ meer op de voorgrond gekomen is.

Arbeiden en al uw werk doen
Bij de woorden arbeid en werk moest ik denken aan een zinsnede uit Exodus 20, de tien geboden. Omdat Bijbelvertalingen illustratief kunnen zijn voor het taalgebruik, besloot ik verschillende vertalingen1 naast elkaar te leggen. Ik ben opgegroeid met de NBG-vertaling uit 1951, en ken de bewuste passage als “zes dagen zult gij arbeiden en al uw werk doen”. In de Statenvertaling staat het er ook zo, behalve dan dat in de laatste versie ‘gij’ is vervangen door ‘u’. Het verschil tussen arbeiden en uw werk doen valt helemaal weg in de Groot Nieuws Bijbel: “Zes dagen heb je om te werken”. Mooier en vollediger vind ik in dit geval de Bijbel in Gewone Taal, waarin is gekozen voor “Zes dagen mogen jullie werken en bezig zijn met alles wat je moet doen”. Daar is het oude arbeid dus vervangen door werken en al uw werk door alles wat je moet doen. Dat voelt voor mij als een logische hedendaagse weergave. In de Nieuwe Bijbelvertaling is – een beetje verwarrend, vind ik – gekozen voor “Zes dagen lang kunt u werken en al uw arbeid verrichten”. Toch laat ook deze omdraaiing van arbeid en werk denk ik wel iets zien van de verschuiving in de gevoelswaarde bij die woorden.

Tekenend voor het minder gangbaar worden van arbeid vind ik ook dat dat woord 75 keer voorkomt in de Statenvertaling van 1977, in de Nieuwe Bijbelvertaling nog maar 14 keer en in de Bijbel in Gewone Taal helemaal niet meer. Die verschuiving heeft, denk ik, te maken met de veranderde arbeidsverhoudingen, om eens een toepasselijke samenstelling te gebruiken. Ik denk dat arbeiden tegenwoordig in het algemeen meer aanvoelt als zwoegen in opdracht van een baas, omdat er nou eenmaal brood op de plank moet komen. Werken daarentegen past meer bij hoe we het tegenwoordig graag zien: in een leuke baan, met een gelijkwaardige werkgever. In het Nederlands in elk geval, want in het Fries is het naar mijn idee nog gebruikelijker om het over ‘de baas’ te hebben, hoewel ik ook daar het woord arbeidzje zelden hoor, in tegenstelling tot wurkje.

Labour, work, Arbeit
Ook in het Engels is to work in mijn beleving gangbaarder dan to labo(u)r. Alleen in het Duits is het andersom: het DWDS geeft bij werken aan dat arbeiten de hoofdvorm is. Even een steekproefje: in het Van Dale Studiewoordenboek Engels-Nederlands tel ik 19 lemma’s met labour(-), terwijl er in het Van Dale Studiewoordenboek Duits-Nederlands maar liefst 145 lemma’s staan met arbeit(-). Omdat Werk in het Duits onder andere ook ‘fabriek’ betekent, heeft het niet zo veel zin de lemma’s met werk(-) te tellen, maar het beeld lijkt me duidelijk. In het Van Dale Middelgroot woordenboek Nederlands (qua omvang vergelijkbaar met de Studiewoordenboeken) vind ik 56 lemma’s met arbeid(-), in het Studiewoordenboek Nederlands-Engels zijn dat er 38. Het Nederlands komt dus ergens tussen het Engels en Duits uit. Daar zitten veel samenstellingen met arbeid- bij, die in het Engels voor een groot deel worden vertaald met work, employment of job.

Dit steekproefje is natuurlijk ver van wetenschappelijk en ik zal er dan ook geen al te grote conclusies uit trekken, maar het is wel een opvallend beeld. Het illustreert vooral heel duidelijk hoeveel taal met gevoel en associatie te maken heeft. Zo denk ik bij het Engelse labour vooral aan de politieke partij en de verkiezingsposters die ik op vakantie in Engeland als kind zag hangen: Vote Labour. Dat de betekenis van woorden met associatie te maken heeft, blijkt voor mij echter het sterkst bij het Duitse woord Arbeit; waar dat voor Duitse moedertaalsprekers een heel alledaags woord is, ken ik het in de eerste plaats van de poorten van concentratie- en vernietigingskampen. En dan krijgt zo’n woord ineens een hele andere klank...

Bronnen

1debijbel.nl
- Statenvertaling (1977/2010-2017, originally form 1637);
- NGB51: vertaling van het Nederlands Bijbelgenootschap (1951);
- Groot Nieuws Bijbel (1982/1996);
- Nieuwe Bijbelvertaling (2004/2007);
- Bijbel in Gewone Taal (2014).

Bij het schrijven van dit stukje heb ik verder etymologiebank.nl, taalweb.frl, dwds.de, etymonline.com en de genoemde Van Dale woordenboeken gebruikt.

Afbeelding: Van Gogh Museum, Amsterdam (Vincent van Gogh Stichting).