Peugeot 406 Coupé

Als je dit blog (of deze blog, mag ook) vanaf het begin volgt, dan begin je je inmiddels misschien een beetje een beeld te vormen van mijn voorkeuren op auto-gebied: Peugeot is een van mijn favoriete merken, Pininfarina een van mijn meest geliefde designhuizen, ik hou over het algemeen van redelijk alledaagse auto’s die iets onalledaags hebben, en mijn vroegste en dierbaarste auto-herinneringen liggen in de jaren ’90. Als er één auto is die aan dat profiel voldoet, is het wel de Peugeot 406 Coupé.

Peugeot 406 Coupé

Spionagefoto’s
Als tiener heb ik jarenlang een abonnement op de AutoWeek gehad, en sommige covers en foto’s kan ik me nog goed voor de geest halen. Zo stond er eind jaren ’90, voor mij totaal onverwacht, een foto op de cover van een nog niet onthuld model op een vliegveld. Het waren spionagefoto's van de Peugeot 406 Coupé, een ontwerp van Pininfarina. Het was zeker niet de eerste coupé van Peugeot en ook niet de eerste Peugeot-coupé met het embleem van Pininfarina op de flanken. Maar de beroemde en ook beeldschone voorganger van de 406 Coupé, de 504 Coupé, was van voor mijn tijd. Pas veel later, toen ik me ook ging interesseren in auto’s van voor de jaren tachtig, kreeg ik dat model in het vizier. Míjn tijd was de tijd van de 405, en zoals ik eerder schreef, werd dat model alleen als berline (sedan) en break (stationwagon) gebouwd. Een coupé van Peugeot was voor mij dus iets nieuws. En dan ook nog gelijk zo’n prachtig exemplaar!

Peugeot 504 Coupé en 406 Coupé, beide ontworpen door Pininfarina

Een 406, maar dan anders
Nu zijn er wel verhalen dat de 406 Coupé is ontstaan uit een afgekeurd ontwerp voor Ferrari, maar Paolo Pininfarina ontkent dat. In een van de ontwerpen van Pininfarina voor de Coupé Fiat is met wat fantasie wel iets van de Peugeot te herkennen, maar dat zou je ook kunnen verklaren uit het feit fat hetzelfde ontwerpteam er aan heeft gewerkt binnen het modebeeld van dezelfde tijd. Hoe het ook zij, de 406 Coupé is onmiskenbaar een Peugeot en ook overduidelijk familie van de andere 406-modellen. Zo is de neus van de Coupé voor de gemiddlede toeschouwer in grote lijnen gelijk aan die van de berline en de break, maar is bij de Coupé alles net even wat sierlijker en eleganter vormgegeven (en als je goed kijkt is er helemaal niets identiek). De raamlijn van de zijruiten doet wel wat denken aan die van de berline, maar is vloeiender en loopt aan de achterkant net wat schuiner af, wat de Coupé een dynamischer voorkomen geeft. (Dat is een basaal stukje vormleer, dat je ook in de beeldende kunst veel terugziet: diagonalen creëren dynamiek.) Een ander belangrijk verschil ten opzichte van de reguliere 406’en is de licht golvende lijn over de flanken, die begint bij de koplampen, de motorkapnaad volgt en de onderkant van de zijruiten, om aan de achterkant iets op te lopen, waar hij aansluit op de lijn die over de breedte van de auto een heel subtiele geïntegreerde achterspoiler vormt. De achterlichten van de Coupé hebben grofweg dezelfde vorm als de exemplaren op de berline en die op de break, maar de indeling van de achterlichten is anders, met een rode rand helemaal rondom het grijze vlak, waardoor de uitstraling in mijn optiek net wat minder zakelijk wordt dan bij de andere twee carrosserievarianten. En de Coupé heeft natuurlijk nog een klassiek stijlelement aan de achterkant, waar de en net wat schuiner lopen dan de achterruit; dat levert een dynamisch uiterlijk op, en tegelijkertijd een net wat beter toegankelijke kofferbak, doordat de kofferklep zo iets verder richting de achterbank door kan lopen.

Peugeot 406 Coupé, berline en break

Mooiste Coupé Ter Wereld
Als ik aan de 406 Coupé denk, zie ik in eerste instantie een zilvergrijze auto voor me, met een subtiel vleugje lichtblauw erdoor, maar dat kan ook de reflectie van de achtergrond zijn geweest. Zo stond het model namelijk op de foto in een advertentie die een tijdlang mijn kamer sierde. Zilvergrijs en tinten die daar dichtbij lagen, waren modekleuren in de tweede helft van de jaren ’90. Ik heb in deze rubriek al vaker het woord ‘tijdloos’ gebruikt, en ook nu haal ik het uit de kast, want hoe tijdgebonden die zilvergrijze tint van de in de advertentie getoonde uitvoering ook was, ik vind de 406 Coupé een tijdloze schoonheid. Dat ik niet de enige ben die deze samensmelting van Frans en Italiaans design kan waarderen, blijkt wel uit het feit dat Pininfarina in totaal 107.631 exemplaren bouwde; dat zijn er 37.631 meer dan Peugeot vooraf met Pininfarina overeen was gekomen. Bijna de helft werd in Frankrijk verkocht, de rest vond zijn weg naar acht andere Europese landen. De auto doet het dus boven verwachting goed. Bovendien wint men meerdere prijzen voor het ontwerp van de 406 Coupé, waaronder The Most Beautiful Coupé of the World 1997 en de Car Design Award 1997.

Peugeot 406 Coupé van na de facelift

Luxe en comfort
Kritiek is er natuurlijk ook wel. De Coupé heeft hetzelfde dashboard als de berline en break, wat sommigen tegenvalt. Anderen vinden de auto niet sportief genoeg, maar dat is dan ook niet het uitgangspunt geweest van Peugeot en Pininfarina. De 406 Coupé is een luxe en comfortabele auto – een echte fransoos dus. In de topversie krijg je in 1999 onder andere keyless entry, elektrische ramen, cruise control, airco, elektrische stoelverstelling met geheugen, een automatisch dimmende binnenspiegel, stuurwielbediening voor de audio en natuurlijk lederen bekleding. Het luxe en comfortabele karakter blijkt ook uit het motorenaanbod: naast 2.0- en 2.2-liter motoren levert Peugeot een 3.0-24V V6 met 194 pk. Na de facelift (volgens de Franse Wikipedia in 2001, volgens autoweek.nl en ‘Alle auto’s’ in 2003) krijgt die drieliter zelfs de beschikking over 210 pk. Ook bood Peugeot de Coupé vanaf dat moment aan met de 2.2 HDi – een dieselmotor. In die tijd was een diesel in een coupé een uitzondering en volgens sommigen zelfs vloeken in de kerk. Jan Rooderkerk noemt het in ‘Alle auto’s 2002’ een “unieke combinatie van stijl en diesel” en dat vind ik een rake typering. Volgens Peugeot is het zelfs de eerste coupé die werd gebouwd met een dieselmotor. Hoewel de diesel het met 74 pk minder moest doen dan de benzine-V6, had het blok wel meer koppel met 314 Nm tegen 285 Nm voor de drieliter. Simpel gezegd hoeft de motor daardoor minder hard te werken om de boel in beweging te krijgen, wat een motor over het algemeen een comfortabeler karakter geeft. Het hangt van je eigen voorkeur af wat je belangrijker of prettiger vind. Met de diesel boorde Peugeot in elk geval een nieuwe groep kopers aan en ik kan me voorstellen dat de HDi heel mooi bij het karakter van de auto past. Maar ik heb dan ook wel een beetje een zwak voor diesels. Onder de meeste liefhebbers en verzamelaars is vooral de 3.0 V6 populair en dat model wint dan ook het meest aan waarde als youngtimer. Voor mijn virtuele collectie hoef ik gelukkig geen keuze te maken – behalve dan dat ik de 406 Coupé daar aan toevoeg. Met genoegen!

Interieur van de 406 Coupé