MIJN KLASSIEKERS
Daf P900/Volvo 343 (1)
Auto's
| 29-11-2019
Deze miniserie-in-een-serie ter ere van Daf begint een wat raar geheel te worden. De auto in het vorige deel is nooit in productie genomen. Dit deel, dat uit twee delen bestaat, gaat meer over een project dan één specifiek model. Of wel een model, maar niet één van mijn favorieten. Waarom is het dan toch één van mijn klassiekers?
Lelijke auto
Als kind had ik niet zo veel met de Volvo 343. Sterker nog, ik kan me herinneren dat ik het rond mijn 10e een lelijke auto vond. Mijn interesse voor het model kwam pas later, nadat ik het automerk Daf had leren kennen en mij daar wat meer in had verdiept. Nog steeds vind ik het model niet helemaal moeders mooiste, ook niet in vergelijking met tijdgenoten als de Citroën GSA, Fiat Ritmo, Ford Escort, Peugeot 305 of Volkswagen Golf. Of, later in de carrière van Volvo’s 300-serie, de Citroën BX, Fiat Tipo, Peugeot 309, of Volkswagen Golf II. Mijn ‘probleem’ met de 343 zit ‘m vooral in de neus, die ik wat lomp vind en niet helemaal in verhouding met de rest van de auto. Dat het ontwerp van de 343 niet helemaal harmonieus is, is denk ik een gevolg van het ontwerpproces van de ‘P900’.
Voordat ik inga op het ontwerpproces van project P900, moet ik wat vertellen over wat er allemaal op de achtergrond speelde in het bedrijf DAF. Dat was namelijk nogal van invloed op het uiteindelijke ontwerp en op het feit dat de auto als Volvo op de markt kwam, en niet als Daf. Zoals ik eerder beschreef, wilde men bij Daf graag een betere line-up dan ze op dat moment hadden, want de 33, 44 en 55 lagen te dicht bij elkaar. De ideeën over hoe dat moest worden bereikt, verschilden echter van tijd tot tijd. Op een gegeven moment, ergens eind jaren ’60, was het idee dat de 33 opgevolgd zou worden door de iets kleinere P300, dat de 55 geüpdatet zou worden tot de 66, en dat daarboven een groter model moest komen, de P900. In 1970 werd de P300 echter geannuleerd. Hetzelfde geldt overigens voor eerdere projecten voor een ‘grote Daf’, onder de namen P200, P400 en P500.
Zet je alles op een rij, dan werd er bij Daf tussen 1965 en 1975 aan maar liefst tien verschillende nieuwe of vernieuwde modellen gewerkt: de 33, 44, 55, 66 en 46 en de projecten P200, P300, P400, P500 en P900. Dat werd gedaan door een klein ontwikkelteam in een relatief jong bedrijf, dat ook aanhangwagens maakte (vanaf 1932), vrachtwagens (sinds 1949) en een in eigen huis ontwikkelde tweecilinder-viertaktmotor en Variomatic-versnellingsbak (vanaf 1958). Daar kwamen ook nog projecten voor Defensie en openbare vervoerssystemen bij. En alsof dat allemaal nog niet genoeg was, werd er intern nagedacht over een verandering van de bedrijfsstructuur, wat na advies van externe bureaus ook daadwerkelijk gebeurde. Het werd onmogelijk geacht een succesvolle vrachtwagentak te combineren met een succesvolle personenautoafdeling, en dus werd DAF in 1971 opgesplitst in Daf Car en Daf Truck. Dit werd intern wel D’afscheiding genoemd.
Hoewel Daf eind jaren zestig gestaag groeide, was het in vergelijking met de meeste concurrenten nog steeds een klein bedrijf; té klein om helemaal zelfstandig te opereren. Daarom werd er met verschillende partijen gesproken over samenwerking. Van fusie, laat staan overname, was in 1969 echter nog geen sprake. Voor details verwijs ik naar de geschiedschrijving door Van der Brugghen, maar kort gezegd waren er contacten met Volvo, Peugeot, Volkswagen, General Motors, Nissan, Ford, Chrysler en BMW. Alleen de contacten met Volvo en BMW zouden invloed hebben op de ontwikkeling van de P900. De samenwerking met Volvo liep eerst nergens op uit, omdat de bedrijven niet helemaal bij elkaar vonden wat ze zochten. In de tweede helft van 1971 kwam BMW in beeld.
Lelijke auto
Als kind had ik niet zo veel met de Volvo 343. Sterker nog, ik kan me herinneren dat ik het rond mijn 10e een lelijke auto vond. Mijn interesse voor het model kwam pas later, nadat ik het automerk Daf had leren kennen en mij daar wat meer in had verdiept. Nog steeds vind ik het model niet helemaal moeders mooiste, ook niet in vergelijking met tijdgenoten als de Citroën GSA, Fiat Ritmo, Ford Escort, Peugeot 305 of Volkswagen Golf. Of, later in de carrière van Volvo’s 300-serie, de Citroën BX, Fiat Tipo, Peugeot 309, of Volkswagen Golf II. Mijn ‘probleem’ met de 343 zit ‘m vooral in de neus, die ik wat lomp vind en niet helemaal in verhouding met de rest van de auto. Dat het ontwerp van de 343 niet helemaal harmonieus is, is denk ik een gevolg van het ontwerpproces van de ‘P900’.
Het eindresultaat van project P900: de Volvo 340
ModelpolitiekVoordat ik inga op het ontwerpproces van project P900, moet ik wat vertellen over wat er allemaal op de achtergrond speelde in het bedrijf DAF. Dat was namelijk nogal van invloed op het uiteindelijke ontwerp en op het feit dat de auto als Volvo op de markt kwam, en niet als Daf. Zoals ik eerder beschreef, wilde men bij Daf graag een betere line-up dan ze op dat moment hadden, want de 33, 44 en 55 lagen te dicht bij elkaar. De ideeën over hoe dat moest worden bereikt, verschilden echter van tijd tot tijd. Op een gegeven moment, ergens eind jaren ’60, was het idee dat de 33 opgevolgd zou worden door de iets kleinere P300, dat de 55 geüpdatet zou worden tot de 66, en dat daarboven een groter model moest komen, de P900. In 1970 werd de P300 echter geannuleerd. Hetzelfde geldt overigens voor eerdere projecten voor een ‘grote Daf’, onder de namen P200, P400 en P500.
Het exterieur van de Volvo 343
BedrijfspolitiekZet je alles op een rij, dan werd er bij Daf tussen 1965 en 1975 aan maar liefst tien verschillende nieuwe of vernieuwde modellen gewerkt: de 33, 44, 55, 66 en 46 en de projecten P200, P300, P400, P500 en P900. Dat werd gedaan door een klein ontwikkelteam in een relatief jong bedrijf, dat ook aanhangwagens maakte (vanaf 1932), vrachtwagens (sinds 1949) en een in eigen huis ontwikkelde tweecilinder-viertaktmotor en Variomatic-versnellingsbak (vanaf 1958). Daar kwamen ook nog projecten voor Defensie en openbare vervoerssystemen bij. En alsof dat allemaal nog niet genoeg was, werd er intern nagedacht over een verandering van de bedrijfsstructuur, wat na advies van externe bureaus ook daadwerkelijk gebeurde. Het werd onmogelijk geacht een succesvolle vrachtwagentak te combineren met een succesvolle personenautoafdeling, en dus werd DAF in 1971 opgesplitst in Daf Car en Daf Truck. Dit werd intern wel D’afscheiding genoemd.
Het interieur van de Volvo 343
Zoeken naar samenwerkingHoewel Daf eind jaren zestig gestaag groeide, was het in vergelijking met de meeste concurrenten nog steeds een klein bedrijf; té klein om helemaal zelfstandig te opereren. Daarom werd er met verschillende partijen gesproken over samenwerking. Van fusie, laat staan overname, was in 1969 echter nog geen sprake. Voor details verwijs ik naar de geschiedschrijving door Van der Brugghen, maar kort gezegd waren er contacten met Volvo, Peugeot, Volkswagen, General Motors, Nissan, Ford, Chrysler en BMW. Alleen de contacten met Volvo en BMW zouden invloed hebben op de ontwikkeling van de P900. De samenwerking met Volvo liep eerst nergens op uit, omdat de bedrijven niet helemaal bij elkaar vonden wat ze zochten. In de tweede helft van 1971 kwam BMW in beeld.
Lees hier verder over hoe BMW het ontwerpproces van de P900 beïnvloedde, waarom de P900 als Volvo 343 op de markt kwam en waarom die auto toch één van mijn klassiekers is…
Bronnen
- Brugghen, J. van der. (1988) Dertig jaren Nederlandse personenwagens; 1958-1988. Helmond: Volvo Car b.v.
- Brugghen, J. van der. (1988) Zestig jaren DAF; 1928-1988. Helmond: Volvo Car b.v.
- Haakman, J. (2006) Onschatbare Klassieker; Jaarboek 17-2007. Huizen: Haakman BV.
- Lange, J. de. (1997) Dafjes. Rijswijk: Uitgeverij Elmar B.V.
- auto-types.com (bovenste afbeelding)
Van de andere foto's heb ik de bronnen helaas niet kunnen achterhalen. Eventuele rechthebbenden bied ik mijn verontschuldigingen aan en verzoek ik contact op te nemen.