KUNSTSTUKJES
Rob Møhlmann: Canto Collectie
Beeldende kunst
| 21-09-2021
Mensen denken graag in kaders, structuren en systemen; dat maakt het leven wat overzichtelijker. In werkelijkheid zijn de grenzen van die kaders (talen, kunststromingen, schoolvakken, …) vaak vager dan we onszelf laten geloven. Grappig genoeg bestaat een serie kunstwerken die dat bij uitstek illustreert tegelijkertijd bij de gratie van een strikt kader van vijf uitgangspunten.
De grootste verrassing
In het noordoosten van Groningen, op zo’n zeven kilometer van de Eems, ligt het stadje Appingedam. Aan de rand van dat stadje, verscholen achter het groen, staat een historische boerderij, waar in het najaar van 2008 Museum Møhlmann opende. Een heel verrassend museum: het is veel groter dan ik op het eerste gezicht verwachtte en in de vaste collectie bevinden zich meerdere werken die mij erg aanspreken, zeg maar op het niveau dat ik er een stukje over zou willen schrijven. Dat doe ik nu dus over één van die verrassingen, de grootste, die zich op de bovenverdieping bevindt. Het gaat hier namelijk niet om één werk, maar een hele collectie!
‘Zelfs het meest alledaagse prulding uit de zogenaamd bekende werkelijkheid kan genoeg artistieke potentie in zich dragen om een schilder zijn hele leven lang bezig te houden.’ Dat stelde Rob Møhlmann begin jaren ’80, uit ergernis over de heersende afwijzing van het realisme, door hem ook wel ‘kunst die wat voorstelt’ genoemd. Het resulteerde in een uniek project dat elf jaar zou duren, maar oneindig door had kunnen gaan. In 1982 – toen ik mij nog in het prenatale stadium bevond – begon Rob Møhlmann aan Het Cantoproject, later hernoemd tot Canto Collectie: 124 schilderijen, die allemaal nog in het bezit zijn van de kunstenaar annex museumdirecteur, waardoor de volledige collectie voor het publiek toegankelijk is en in zijn geheel bekeken kan worden, aangevuld met een aantal van de geschilderde objecten en een paar ‘krabbels’.
Mijn eerste associatie bij het zien van het Cantoblik was qua onderwerp het overbekende popartwerk van Andy Warhol, met het soepblik van het merk Campbell. Møhlmann schrijft in zijn boek over de Canto Collectie (Een blik op de werkelijkheid) dat zijn blikken daar in zekere zin een reactie op vormen, dus die associatie is geen vergezochte gedachte. Toen ik vervolgens de uitgangspunten van de serie las (zie de paarse tekst hieronder), moest ik meer denken aan de conceptuele kunst; zoals Bas Jan Ader bijvoorbeeld het vallen tot thema heeft gemaakt, kun je de invloed die de omgeving heeft op het uiterlijk van het blik en vice versa zien als het thema in de Canto Collectie. Los daarvan geeft alleen het feit dat Møhlmann uitgangspunten heeft geformuleerd het project al iets conceptueels.
Wat is de werkelijkheid?
Net als bij onder meer Har Sanders roept de serie – bij mij, althans – ook de vraag op wat de werkelijkheid is, en of er überhaupt een werkelijkheid bestaat. Dat Møhlmann ‘realisme’ als stijl kiest (daarmee bedoel ik op observatie gebaseerde figuratieve voorstellingen die de zichtbare werkelijkheid zo dicht mogelijk benaderen, maar wel met een eigen handschrift van de kunstenaar), versterkt dat idee alleen nog maar. En dan lees ik in de toelichting bij Canto 85, De vijfentachtigste stelling (die de aandacht van mij als gereformeerde jongen in eerste instantie trekt door de referentie aan de 95 stellingen van Maarten Luther) de vraag “Wat is waarheid?”. Zit ik alweer op hetzelfde denkspoor als mijn naamgenoot. (Rob Møhlmann: “Eigenlijk heet ik ook Robert. Weet je wat die naam betekent?”)
Wat de serie nog interessanter maakt, is dat Møhlmann gaandeweg verschillende dingen onderzoekt, waardoor er miniseries ontstaan binnen de collectie. Je ziet als het ware hoe het werken aan het ene schilderij bij hem ideeën oproept voor nieuwe composities. Ik kan me levendig voorstellen hoe dat gaat, zeker als je lekker op weg bent met het schilderen en voor de zoveelste keer hetzelfde blik observeert. ‘Wat zou er gebeuren als ik het blik laat vallen? Hoe zou ik dat weer moeten geven?’ Dat het oorspronkelijke plan van 10 schilderijen uitmondde in een collectie van 124 doeken vind ik wat dat betreft veelzeggend. Sterker nog, als hij geen ander werk had hoeven maken om van rond te kunnen komen, was Rob Møhlmann met liefde nog jaren doorgegaan met het schilderen van het Cantoblik, zo geeft hij aan in zijn boek. Dat had ook prima gekund, want er zijn natuurlijk oneindig veel opstellingen mogelijk. Genoeg om Møhlmanns stelling als bewezen te beschouwen.
De grootste verrassing
In het noordoosten van Groningen, op zo’n zeven kilometer van de Eems, ligt het stadje Appingedam. Aan de rand van dat stadje, verscholen achter het groen, staat een historische boerderij, waar in het najaar van 2008 Museum Møhlmann opende. Een heel verrassend museum: het is veel groter dan ik op het eerste gezicht verwachtte en in de vaste collectie bevinden zich meerdere werken die mij erg aanspreken, zeg maar op het niveau dat ik er een stukje over zou willen schrijven. Dat doe ik nu dus over één van die verrassingen, de grootste, die zich op de bovenverdieping bevindt. Het gaat hier namelijk niet om één werk, maar een hele collectie!
Collage van negen werken uit de Canto Collectie: het blik overal precies in het midden
Prulding x 124‘Zelfs het meest alledaagse prulding uit de zogenaamd bekende werkelijkheid kan genoeg artistieke potentie in zich dragen om een schilder zijn hele leven lang bezig te houden.’ Dat stelde Rob Møhlmann begin jaren ’80, uit ergernis over de heersende afwijzing van het realisme, door hem ook wel ‘kunst die wat voorstelt’ genoemd. Het resulteerde in een uniek project dat elf jaar zou duren, maar oneindig door had kunnen gaan. In 1982 – toen ik mij nog in het prenatale stadium bevond – begon Rob Møhlmann aan Het Cantoproject, later hernoemd tot Canto Collectie: 124 schilderijen, die allemaal nog in het bezit zijn van de kunstenaar annex museumdirecteur, waardoor de volledige collectie voor het publiek toegankelijk is en in zijn geheel bekeken kan worden, aangevuld met een aantal van de geschilderde objecten en een paar ‘krabbels’.
Een deel van de Canto Collectie in Museum Møhlmann, met onder meer Een onderzoek (Canto 8 t/m 12, 1982) en De val (Canto 19 t/m 23, 1983)
Canto, Campbell, concept artMijn eerste associatie bij het zien van het Cantoblik was qua onderwerp het overbekende popartwerk van Andy Warhol, met het soepblik van het merk Campbell. Møhlmann schrijft in zijn boek over de Canto Collectie (Een blik op de werkelijkheid) dat zijn blikken daar in zekere zin een reactie op vormen, dus die associatie is geen vergezochte gedachte. Toen ik vervolgens de uitgangspunten van de serie las (zie de paarse tekst hieronder), moest ik meer denken aan de conceptuele kunst; zoals Bas Jan Ader bijvoorbeeld het vallen tot thema heeft gemaakt, kun je de invloed die de omgeving heeft op het uiterlijk van het blik en vice versa zien als het thema in de Canto Collectie. Los daarvan geeft alleen het feit dat Møhlmann uitgangspunten heeft geformuleerd het project al iets conceptueels.
DE UITGANGSPUNTEN VAN DE CANTO COLLECTIE:
1. Alle schilderijen zijn staand en even groot: 40 x 30 cm.
2. Het Cantoblikje is op elk werk terug te vinden.
3. Het Cantoblikje is altijd even groot (levensgroot).
4. Het Cantoblikje staat altijd op dezelfde plaats in het beeldvlak.
5. Het Cantoblikje wordt altijd onder dezelfde hoek waargenomen.
Net als bij onder meer Har Sanders roept de serie – bij mij, althans – ook de vraag op wat de werkelijkheid is, en of er überhaupt een werkelijkheid bestaat. Dat Møhlmann ‘realisme’ als stijl kiest (daarmee bedoel ik op observatie gebaseerde figuratieve voorstellingen die de zichtbare werkelijkheid zo dicht mogelijk benaderen, maar wel met een eigen handschrift van de kunstenaar), versterkt dat idee alleen nog maar. En dan lees ik in de toelichting bij Canto 85, De vijfentachtigste stelling (die de aandacht van mij als gereformeerde jongen in eerste instantie trekt door de referentie aan de 95 stellingen van Maarten Luther) de vraag “Wat is waarheid?”. Zit ik alweer op hetzelfde denkspoor als mijn naamgenoot. (Rob Møhlmann: “Eigenlijk heet ik ook Robert. Weet je wat die naam betekent?”)
Rob Møhlmann, Het melkmeisje (Canto 65, olieverf op doek, 1987), met daarnaast een detail uit Het melkmeisje (ca. 1660) van Johannes Vermeer
Oneindig onderzoekWat de serie nog interessanter maakt, is dat Møhlmann gaandeweg verschillende dingen onderzoekt, waardoor er miniseries ontstaan binnen de collectie. Je ziet als het ware hoe het werken aan het ene schilderij bij hem ideeën oproept voor nieuwe composities. Ik kan me levendig voorstellen hoe dat gaat, zeker als je lekker op weg bent met het schilderen en voor de zoveelste keer hetzelfde blik observeert. ‘Wat zou er gebeuren als ik het blik laat vallen? Hoe zou ik dat weer moeten geven?’ Dat het oorspronkelijke plan van 10 schilderijen uitmondde in een collectie van 124 doeken vind ik wat dat betreft veelzeggend. Sterker nog, als hij geen ander werk had hoeven maken om van rond te kunnen komen, was Rob Møhlmann met liefde nog jaren doorgegaan met het schilderen van het Cantoblik, zo geeft hij aan in zijn boek. Dat had ook prima gekund, want er zijn natuurlijk oneindig veel opstellingen mogelijk. Genoeg om Møhlmanns stelling als bewezen te beschouwen.
Rob Møhlmann, De vijfentachtigste stelling (Canto 85, olieverf op doek, 1989)
Untitled (1971)
Har Sanders
Het Keitelemeer
Akseli Gallen-Kallela
BEELDENDE KUNST
Bekijk hier een overzicht van alles in de rubriek Beeldende Kunst.