WEST-GERMAANS
Yesterday
Taal
| 15-09-2021
Grote kans dat je nu een liedje van The Beatles in je hoofd hebt, (…all my troubles seemed so far away…) hetzij in de originele versie, hetzij in een van de meer dan 2000 coverversies (…now it looks as though they're here to stay…). Ik blijf nu echter even hangen bij dat eerste woord, en vraag me af waarom dat niet yestern is, zoals in het Duits, of yesteren als in het Nederlands. En hoe het komt dat er een j-klank aan het begin staat, en geen g-klank.
yester- + day
Dat er verwantschap is tussen het Engelse yesterday, het Duitse gestern, het Nederlandse gisteren en het Friese juster is op het eerste gezicht al wel duidelijk. Even duidelijk is echter ook dat er een paar opvallende verschillen zijn: naast de beginklank is dat natuurlijk het ontbreken van -tag, -dag en -dei in vergelijking met yesterday. In een eerder stukje ben ik al eens kort ingegaan op het Oudengelse woord voor dag, dæg, en als ik de etymologie van yesterday opzoek kom ik dat woord weer tegen. Het enige dat het Online Etymology Dictionary onder yesterday vermeldt is “Old English geostran dæg; see yester- + day”. Waarom de Engelsen er wel -day achter plakken, heb ik niet kunnen achterhalen.
Beginklanken
Het woorddeel yester-, wat voor zover ik heb kunnen vinden in het Engels nooit een zelfstandig woord is geweest, is dus te herleiden tot het Oudengelse geostran, wat wel zelfstandig de betekenis ‘gisteren’ gehad lijkt te hebben. Een andere Oudengelse vorm is giestran, wat al meer op gisteren lijkt, hoewel het Engels dezelfde beginklank als het Duitse gestern gehad zal hebben (in het fonetisch schrift de [g], waar de Nederlandse ‘schrapende’ g-klank wordt geschreven als [x] en de zachtere ‘Zuid-Nederlandse variant’ als [ɣ]). A Dictionary of the Older Scottish Tongue noemt de woorden ȝisterday en ȝesterday, waarbij de eerste letter de yogh is.
De letter yogh
De yogh is voor mij een nieuwe letter – leuk, zulke ontdekkingen! – en als ik de Engelse Wikipedia mag geloven, dan werd die letter in het Middelengels en Oudschots gebruikt om verschillende klanken weer te geven, waaronder de [g], de [x], de [ɣ] en de [j]. In andere woorden: las je ȝesterday, dan kon je dat uitspreken als ‘jesterday’, maar ook als ‘gesterday’. De Protogermaanse voorloper van yester- was *gester-, dus ik vermoed dat de beginklank oorspronkelijk de [g] was, als in het Duitse gestern. In het Nederlands is dat dan vervolgens veranderd in een [x] of [ɣ], in het Fries in een [j]. Of het Engels het woord met een [j]-klank uit het Fries heeft overgenomen, of met een [g]-klank uit het Duits of Protogermaans en vervolgens afgezwakt tot een [j] durf ik niet te zeggen.
Voor of na vandaag?
Genoeg over klanken (voor nu), want ik wil ook nog even ingaan op de betekenis van yester-, juster, gisteren en gestern. Al die woorden (en andere varianten, zoals gister en gister’n in het Nederlands) betekenen ‘op de dag voor vandaag’. Dat was oorspronkelijk echter niet het geval, wat goed te zien is aan het Gotische woord gistradagis. Of eigenlijk is dat helemaal niet te zien, want dat woord lijkt zo veel op yesterday – en het is bijna Nederlands: *gisterdags – dat je zou denken dat het dezelfde betekenis heeft, maar dat is dus niet het geval: gistradagis betekent ‘morgen’, in de zin van ‘de dag na vandaag’.
Morgen kwam later
De oorspronkelijke betekenis van het Protogermaanse *gester- was ‘een andere dag, van vandaag uit gezien’. En omdat je van vandaag uit gezien zowel terug in de tijd kunt als vooruit, kon de betekenis zowel ‘de dag voor vandaag’ als ,de dag na vandaag’ zijn. Pas in het Middelengels ontstond het woord tomorrow, het woord morgen pas in het Middelnederlands en moarn nog veel later, in het Nieuwfries. Alleen in het Duits is het niet helemaal duidelijk wanneer Morgen naast ‘ochtend’ de betekenis ‘de volgende dag’ kreeg; dat zou al in het Oudhoogduits geweest kunnen zijn. Hoewel ik daar nergens iets over tegengekomen ben, zou het dus best kunnen dat de Engelse, Friese, Nederlandse en Duitse afgeleiden van *gester- ooit net als in het Gotisch in beide betekenissen gebruikt zijn. In het liedje van The Beatles had je dan uit de volgende zin af moeten leiden dat zij de dag vóór vandaag bedoelden.
yester- + day
Dat er verwantschap is tussen het Engelse yesterday, het Duitse gestern, het Nederlandse gisteren en het Friese juster is op het eerste gezicht al wel duidelijk. Even duidelijk is echter ook dat er een paar opvallende verschillen zijn: naast de beginklank is dat natuurlijk het ontbreken van -tag, -dag en -dei in vergelijking met yesterday. In een eerder stukje ben ik al eens kort ingegaan op het Oudengelse woord voor dag, dæg, en als ik de etymologie van yesterday opzoek kom ik dat woord weer tegen. Het enige dat het Online Etymology Dictionary onder yesterday vermeldt is “Old English geostran dæg; see yester- + day”. Waarom de Engelsen er wel -day achter plakken, heb ik niet kunnen achterhalen.
Beginklanken
Het woorddeel yester-, wat voor zover ik heb kunnen vinden in het Engels nooit een zelfstandig woord is geweest, is dus te herleiden tot het Oudengelse geostran, wat wel zelfstandig de betekenis ‘gisteren’ gehad lijkt te hebben. Een andere Oudengelse vorm is giestran, wat al meer op gisteren lijkt, hoewel het Engels dezelfde beginklank als het Duitse gestern gehad zal hebben (in het fonetisch schrift de [g], waar de Nederlandse ‘schrapende’ g-klank wordt geschreven als [x] en de zachtere ‘Zuid-Nederlandse variant’ als [ɣ]). A Dictionary of the Older Scottish Tongue noemt de woorden ȝisterday en ȝesterday, waarbij de eerste letter de yogh is.
De letter yogh
De yogh is voor mij een nieuwe letter – leuk, zulke ontdekkingen! – en als ik de Engelse Wikipedia mag geloven, dan werd die letter in het Middelengels en Oudschots gebruikt om verschillende klanken weer te geven, waaronder de [g], de [x], de [ɣ] en de [j]. In andere woorden: las je ȝesterday, dan kon je dat uitspreken als ‘jesterday’, maar ook als ‘gesterday’. De Protogermaanse voorloper van yester- was *gester-, dus ik vermoed dat de beginklank oorspronkelijk de [g] was, als in het Duitse gestern. In het Nederlands is dat dan vervolgens veranderd in een [x] of [ɣ], in het Fries in een [j]. Of het Engels het woord met een [j]-klank uit het Fries heeft overgenomen, of met een [g]-klank uit het Duits of Protogermaans en vervolgens afgezwakt tot een [j] durf ik niet te zeggen.
Voor of na vandaag?
Genoeg over klanken (voor nu), want ik wil ook nog even ingaan op de betekenis van yester-, juster, gisteren en gestern. Al die woorden (en andere varianten, zoals gister en gister’n in het Nederlands) betekenen ‘op de dag voor vandaag’. Dat was oorspronkelijk echter niet het geval, wat goed te zien is aan het Gotische woord gistradagis. Of eigenlijk is dat helemaal niet te zien, want dat woord lijkt zo veel op yesterday – en het is bijna Nederlands: *gisterdags – dat je zou denken dat het dezelfde betekenis heeft, maar dat is dus niet het geval: gistradagis betekent ‘morgen’, in de zin van ‘de dag na vandaag’.
Morgen kwam later
De oorspronkelijke betekenis van het Protogermaanse *gester- was ‘een andere dag, van vandaag uit gezien’. En omdat je van vandaag uit gezien zowel terug in de tijd kunt als vooruit, kon de betekenis zowel ‘de dag voor vandaag’ als ,de dag na vandaag’ zijn. Pas in het Middelengels ontstond het woord tomorrow, het woord morgen pas in het Middelnederlands en moarn nog veel later, in het Nieuwfries. Alleen in het Duits is het niet helemaal duidelijk wanneer Morgen naast ‘ochtend’ de betekenis ‘de volgende dag’ kreeg; dat zou al in het Oudhoogduits geweest kunnen zijn. Hoewel ik daar nergens iets over tegengekomen ben, zou het dus best kunnen dat de Engelse, Friese, Nederlandse en Duitse afgeleiden van *gester- ooit net als in het Gotisch in beide betekenissen gebruikt zijn. In het liedje van The Beatles had je dan uit de volgende zin af moeten leiden dat zij de dag vóór vandaag bedoelden.
WEST-GERMAANS
Nijsgjirrich
WEST-GERMAANS
When you're weary
TAAL
Bekijk hier een overzicht van alles in de rubriek Taal.