×
☰ Menu
robertdouw.nl

AUTO VAN HET JAAR 2020

Renault Clio

Auto's
| 28-02-2020
Op 2 maart wordt bekendgemaakt welke auto zich de Auto van het Jaar 2020 mag noemen. In deze miniserie tel ik af tot dat moment door elke dag een van de zeven genomineerden te bespreken. Ik probeer de kansen van elke finalist in te schatten en zet model en merk in historisch perspectief. Met nog drie dagen te gaan, is het vandaag de beurt aan de Renault Clio.
Oranje auto
Vooraanzicht van de Renault Clio
Renault en de Auto van het Jaar-verkiezing
Renault heeft drie derde plaatsen behaald in de Auto van het Jaar-verkiezing: in 1969 met de 12, in 1976 met de 30 en in 1993 met de Safrane. Net één treetje beter deden de 15 en 17 het in 1971, net als de 5 in 1972, de 25 in 1985 en de Laguna in 2002. De hoogste trede van het ereschavot was in 1965 voor de 16, in 1982 voor de 9, in 1991 voor de Clio, in 1997 voor de Mégane Scénic, in 2003 voor de Mégane en in 2006 voor de Clio. Op het moment heeft Renault dus één overwinning meer behaald dan Ford en Peugeot. Zou Renault zijn voorsprong dit jaar vergroten, of moeten ze hun tweede plaats met Ford of Peugeot gaan delen?

De stamboom van de Clio
De naam Clio gaat al even een tijdje mee. Het nieuwste model borduurt duidelijk voort op zijn voorganger uit 2012 – facelift, in Renault-terminologie ‘Phase 2’: 2016) – zeker qua ontwerp van het exterieur. In tegenstelling tot dat model is de nieuwe Clio niet meer leverbaar als Estate (stationwagen). Dat was het model daarvóór wel. Bovendien was de Clio van 2005 – Phase 2: 2009 – leverbaar als driedeurs hatchback. Voor die Clio 3, was er de Clio 2 – introductie: 1998, Phase 2: 2001, Phase 3: 2003, vanaf 2006 alleen als Campus – als drie- en vijfdeurs hatchback. Hetzelfde geldt voor de Clio 1 – introductie: 1990, Phase 2: 1994, Phase 3: 1996 – en diens voorganger, de R5 ‘Supercinq’ – introductie: 1984, Phase 2: 1987 –, wat weer de opvolger was van de fameuze eerste Renault 5 uit 1972. Ga je nog verder terug in de tijd, dan kom je de Renault 4 (1961) tegen, en daarvoor de 4CV (1947). Dat is nogal een stamboom, zeg…

De kansen van de Clio
De nieuwe Clio mag dan lijken op zijn voorganger, onderhuids is er veel nieuw. De auto staat op een nieuw platform, waardoor de auto beter rijdt. De balans in het onderstel is goed. Daarnaast is de bagageruimte een van de grootste in zijn segment, is het interieur veel mooier dan in de vorige Clio, is de prijs concurrerend en komt de auto ook als hybride. Daar staat tegenover dat de ruimte achterin niet overhoudt, dat de besturing iets voorspelbaarder zou mogen zijn en dat het gewoon een goede auto is. Dat laatste is op zich natuurlijk heel mooi, en de Clio kan best een succesnummer worden, maar het is natuurlijk de vraag of je met ‘gewoon goed’ een prijs wint. Het ontwerp is eigentijds, maar weinig vernieuwend en in tegenstelling tot de 208 wordt de Clio niet leverbaar met een elektrische aandrijving. Renault houdt daarvoor vast aan de Zoe en daar laat het merk wat mij betreft het meest liggen, zeker gezien hun ervaring met elektrische aandrijvingen. Een Zoe is vast ook een goede auto, maar het is geen Clio. (En een e-208 is wel een 208.)

Wordt de Clio de Auto van het Jaar 2020?
Elke auto die de laatste zeven haalt maakt natuurlijk een kans, maar in het geval van de Clio zou het me verbazen als hij de titel wint. ‘Gewoon goed’ lijkt mij niet genoeg om het van de andere genomineerden te winnen. Tenzij dat is waar de jury naar zoekt.

Bronnen